Soms gaat er een dag voorbij zonder dat we buiten zijn geweest. Toch kan een paar minuten in de buitenlucht al wonderen doen voor je gezondheid.
Wanneer je naar buiten gaat, adem je frisse lucht in, buitenlucht zit vol zuurstof en dat geeft energie. Vaak merk je na een korte wandeling al dat je je veel wakkerder voelt, je kunt weer helder denken. Ook zonlicht speelt een belangrijke rol, zelfs op een bewolkte dag krijgt je lichaam licht binnen dat helpt bij de aanmaak van Vitamine D. Deze vitamine is belangrijk voor sterke botten en een gezond immuunsysteem. Mensen die vaker buiten zijn, voelen zich vaak vrolijker en minder moe.
Een ander voordeel van buiten zijn, is dat de natuur ons kan helpen om te ontspannen. Je hoeft niet meteen een mega wandeling te maken in het bos, een park in de buurt, een stukje langs het water of een straat met bomen kan al rust geven. De geur van het groen, de vogels die fluiten en het zien van de (blauwe) lucht zorgen dat je lichaam minder stress hormoon aanmaakt.
Daarnaast beweeg je automatisch meer wanneer je naar buiten gaat. Zelfs een klein rondje wandelen is al goed voor je hart, spieren en gewrichten. Beweging stimuleert ook de aanmaak van endorfine, het 'gelukshormoon'. En het hoeft niet moeilijk te zijn: een blokje om tijdens de lunchpauze of een korte wandeling na het avondeten kan al verschil maken.
Buiten zijn kan ook helpen om je gedachten te ordenen. Veel mensen krijgen creatieve ideeën tijdens een wandeling. Het geeft je ook de kans om even afstand te nemen van je werk of zorgen. Vaak zie je dingen in een nieuw perspectief.
Dus, probeer jezelf eraan te herinneren om elke dag even naar buiten te gaan. Het hoeft geen uur te zijn, tien tot twintig minuten is al genoeg. Maak er een gewoonte van om een stukje te lopen. Je zult merken dat je je fitter, blijer en meer ontspannen voelt. Een krachtige manier om voor jezelf te zorgen.